Pagina's

woensdag 14 december 2011

Van de domme

Elke dag, nou ja, elke doordeweekse dag, stond de man ’s avonds minstens drie kwartier in de keuken om voor zijn gezin, zijn werkende vrouw en zijn schoolgaande jongens, een gezonde, voedzame en liefst ook lekkere maaltijd te bereiden. Met of zonder vlees en af en toe vis, niet teveel varken en ook liever geen kip. Vers gestoomde groenten, rijst in plaats van pasta, en altijd een handgemaakte salade. Een mandarijntje toe. Zo bewust en verantwoord als maar betaalbaar bleef, met ook voldoende ruimte voor uitzonderingen. Want het moest ook weer niet extremistisch worden natuurlijk.
Maar vanavond had hij nou eens géén zin om te koken. Er was genoeg in huis, daar niet van, alleen de puf was op. Nou kwam dat dus helemaal niet zó vaak voor, en het aardige van het hele geval was altijd dat zijn jongens hem juist een nóg leukere vader vonden als hij aankondigde dat ze vanavond dus pizza aten, dus aten ze vanavond pizza.
Daar stond de man bij de lopende band van de supermarkt, met zijn oudste zoon. Een halfje brood en vier dozen pizza af te rekenen.
Of papa vanavond kookte, vroeg de caissière aan zijn zoon, met een guitige ik-heb-jou-wel-door-blik op zijn vader, de man.
Héél even wilde de man de caissière eens eventjes haarfijn uit de geëmancipeerde doeken doen hoe de geëmancipeerde vork in de geëmancipeerde steel stak, maar hij besloot dat het boter aan de bierkaai zou zijn. Dat hij zich deze keer maar eens zou plooien naar het blijkbaar heersend manbeeld. Dus met zijn ongeëmancipeerdste gezicht vroeg hij de caissière of hij de pizza’s nou ook alweer mét, of zonder folie in de oven moest zetten.

6 opmerkingen: