Pagina's

vrijdag 28 augustus 2020

Ontmoeting op afstand




We wandelen Enkhuizen binnen en worden op de eerste de beste rotonde geconfronteerd met een vrij groot en kleurig beeld. Het is het silhouet van een vrouw. Op de gevel van een aanpalende flat staat een dichtregel die kennelijk op het beeld slaat en waaruit blijkt dat we te maken hebben met de Maagd van Enkhuizen. Of beter gezegd: De Maegd van Enkhuysen.
Het zegt ons niets eerlijk gezegd, maar wij zijn dan ook niet van Enkhuizen. Niet eens echt van Noord-Holland. Nu is Enkhuizen een historische haven- en handelsstad met een rijk verleden, we zouden ons dus kunnen voorstellen dat de maagd een heldin is die haar medeburgers ooit heeft gered van een brand, een pandemie of de vijand, gelijk bijvoorbeeld Kenau van Haarlem.
We besluiten onderweg naar het station een aantal Enkhuizenaren te vragen hoe het zit. Een leuk en leerzaam sociaal experiment. Het blijkt echter al snel dat de maagd niet erg leeft in Enkhuizen. De meeste ondervraagden komen niet verder dan onze zelfverzonnen suggestie wat schaapachtig te beamen.
Als laatste bevragen we een mijnheer in het centrum van de stad. De mijnheer meldt bescheiden niet uit Enkhuizen te komen en niets van een maagd te weten maar Enkhuizen wel een erg mooi stadje te vinden, wat wij op ons beurt weer volmondig beamen.
Vanaf de overkant van de straat mengt zich dan nog iemand wat luidruchtig in het gesprek door ons toe te roepen dat Enkhuizen een mooie stad is, maar dat hij er nog niet dood gevonden zou willen worden. Wij zijn enigszins beduusd door de beschonken onthulling van de wat scharrige figuur die wij nu aan de overkant ontwaren, een al even scharrig hondje aan de lijn, maar gunnen hem ook zijn plek op aarde dus roepen terug dat wij persoonlijk helemaal nergens dood gevonden willen worden. Waardoor er per ongeluk een ingewikkeld gesprek ontstaat, over de gelukkig wel zeer veilige afstand van zeker tien meter, waarbij de bescheiden mijnheer zich duidelijk steeds ongemakkelijker gaat voelen en waarbij wij door het passerend publiek, over wiens hoofden het gesprek gevoerd wordt, meewarig worden aangekeken.
De scharrige figuur vertelt dat hij in Rotterdam woont maar nu tijdelijk hier logeert, in het huis van zijn maat, die in het ziekenhuis ligt. Om voor diens hondje te zorgen, het scharrige hondje aan de lijn. Omdat iemand dat tenslotte moet doen. Net als veel mensen die teleurgesteld zijn door het leven meldt hij nadrukkelijk meer met dieren te hebben dan met mensen. Dieren zijn tenminste eerlijk, vindt hij. En als woensdag zijn maat weer uit het ziekenhuis komt, is hij meteen weer naar Rotterdam vertrokken.
Het is in meerdere opzichten een hartverscheurend verhaal, als je erbij stilstaat. Dat wel. Toch breien we er een eind aan en vervolgen onze weg naar het station.
Pas dan durft ook de bescheiden mijnheer weer door te lopen.

Dit is een bewerkt fragment uit "Ontmoetingen op veilige afstand" als gepubliceerd op De Vrije Wandeling, weblog van een wandelaar