Pagina's

donderdag 14 december 2023

Geschraagd







Kunt u het vinden? Het is een vraag waar ik normaalgesproken vriendelijk en beleefd afhoudend op reageer. Omdat ik het meestal inderdaad zelf wel kan vinden. Omdat ik daarna graag op eigen houtje in mijn eigen tempo een tijdje wil staan wikken en wegen hoe of wat en hoeveel dan en hoe groot en omdat ik het in de schaarse gevallen dat ik het niet kan vinden altijd nog kan komen vragen nietwaar. Ja hoor, dank u wel, is dan ook meestal mijn antwoord, eventueel vergezeld van een wetende blik en een zelfverzekerd knikje.
Maar vandaag kwam de vraag precies op het goede moment. Ik had al een tijdje lopen dwalen, in de bouwmarkt, tussen de kubieke meters kerstbullen en –prullen en andere gezelligheid, ik had de meest voor de hand liggende schappen wel zo’n beetje gehad en ik kon het inderdaad niet vinden. Reuze handig dus dat er juist op dat moment iemand in de bedrijfskleuren tevoorschijn kwam die mij de vraag stelde. Kunt u het vinden?
De reddende engel was een montere jongeman met hip haar en een gemodelleerd baardje dat hem eerder jongensachtig dan mannelijk maakte. Ik had zijn vader kunnen zijn, maar eerder nog zijn opa. Zijn opgeruimdheid nam mij voor hem in.
Schragen, herhaalde hij mijn vraag, het woord behulpzaam proevend, schragen.. Kunt u misschien uitleggen hoe dat er ongeveer uitziet, vervolgde hij, zonder merkbaar ongemak over zijn onwetendheid in dezen, dan weet ik misschien waar het ligt. Hij hield dus rekening met de mogelijkheid dat hij ook daar geen flauw idee van zou kunnen hebben. Dat nam mij nog verder voor hem in. Nooit ging ik nog naar een andere bouwmarkt.
Dat het een simpele houten constructie was die je uit kon klappen, zodat je er bijvoorbeeld een deur op kon leggen om die te schilderen, verduidelijkte ik mijn vraag, want dat was waar ik ze voor nodig had. Een deur schilder ik bij voorkeur terwijl hij ligt, zodat je zelf kunt blijven staan, je de scharnieren schoon houdt omdat je die eraf haalt en je ook geen druipers krijgt. Ieder zijn meug natuurlijk, dus ik de mijne.
Nou, dan wist de jongeman misschien precies waar hij moest wezen en ging mij met ferme pas voor, gangpad in, hoekje om, gangpad uit, de hele bouwmarkt door, om met een breed armgebaar te eindigen bij de Black ’n Decker Workmates. Dat je die ook uit kon klappen, prees hij de koopwaar aan toen ik voorzichtig naar voren bracht dat dit niet helemaal was wat ik bedoelde. Dat wat ik zocht een stuk eenvoudiger en vooral ook een stuk goedkoper was.
De jongeman liet zich daar niet door uit het veld slaan: Als ik wist hoe wat ik zocht officieel heette, zocht hij het op in de computer en kon hij zien wat ik nou eigenlijk bedoelde en of dat in de bouwmarkt aanwezig was. De officiƫle spelling kostte even moeite maar toen bleek dat er veertien schragen, met een r dus, in de schappen - zonder r - moesten hangen. En daar gingen we weer, met ferme pas, gangpad uit, hoekje om, gangpad in, langs de meest voor de hand liggende schappen. Maar daar hingen ze dus niet, wist ik al, al zei ik dat niet.
Nu moest de jongeman zich toch gewonnen geven en leek het hem, met ongebroken humeur, het beste dat ik hier even wachtte, en hij er een collega die alles wist bij haalde.
De collega die alles wist wist het inderdaad en zo liep ik even later naar de kassa met twee schragen over mijn schouder. De jongeman kwam er speciaal nog even voor uit een gangpad gedoken om met een brede glimlach en opgestoken duimen te constateren dat het gelukt was. Een fijne dag nog! riep hij me na.
Ik bedoel maar. Dit gebeurt ook. Laten we ons daar maar aan vasthouden, de komende tijden.