Pagina's

zaterdag 17 december 2022

Steak






Ik vertelde mijn vrouw van een aflevering van de Keuringsdienst van Waarde, die ik van de week had zitten terugkijken. Over tapas, ging het. Als u het nog niet gezien heeft is het de moeite waard het alsnog te gaan kijken. Sowieso is het een leuk, en leerzaam ontnuchterend programma, al zullen de meningen ook daarover wel gepolariseerd zijn.
Maar goed, over tapas dus. Of wat daar in Nederland dan onder wordt verstaan. Kort gezegd kwam het er op neer dat de Nederlandse kruidenier een boerenslim maniertje had gevonden om ruim drie keer zoveel geld te vragen, en te krijgen, voor zijn kaas, zijn leverworst en zijn cervelaat. Door het in blokjes en plakjes te snijden, in piepkleine hoeveelheden in plastic bakjes te verpakken en daar met grote letters tapas op te zetten. En dat de Nederlandse consument daar dan dus ook grif drie keer zoveel voor betaalde, als voor gewoon een stuk kaas of een leverworst, omdat hij zich dan een bourgondisch kosmopoliet kon voelen, zonder daar rare dingen voor te hoeven eten. Dat tapas eigenlijk een soort toverwoord was. Een moneymaker.
Mijn vrouw hoorde het allemaal geamuseerd aan, merkte nog wel even op dat ze het best wel eens leuk en gezellig zou vinden als we dat soort dingen dan samen zouden kijken, in plaats van dat ik dat in mijn eentje zat te doen, maar had toen zelf ook een verhaal.
Bij de Jumbo, vertelde ze, had ze vegan steak zien liggen. Per twee in plastic verpakt, met een kek kartonnen wikkeltje erom, kostte dat vier euro.
Vegan steak.
Dat waren dus twee plakken knolselderij. Perfect gegaard, volgens het kekke kartonnen wikkeltje.. ja, dat haal je de koekoek, je kunt knolselderij rauw eten. Zodra het warm is, is het gaar ook. Perfect zelfs, denk ik zo. En steak was het dan waarschijnlijk omdat er met kleurstof van die nep-grillstrepen op waren geschilderd. Voor de beleving. Volgens de op internet bijgeleverde serveersuggestie kun je de vegan steaks trouwens het beste eten met een lekker tartaartje erbij. Tot zover de zuivere intenties.
Verderop, op de groenteafdeling, kon je voor één euro twintig een hele knolselderij kopen, waar je makkelijk vijf plakken vegan steak uit kon snijden. Zonder plastic, zonder grillbelevingsstrepen, maar perfect gegaard. En dan hield je ook nog genoeg over voor een bakje lekker frisse selleriesalade ter waarde van twee euro dertig.
Het is om je te bescheuren natuurlijk, als het niet zo treurig was. De geile geldzucht waarmee van in beginsel sympathieke begrippen een uitgehold, in plastic verpakt verdienmodel wordt gemaakt. De ordinaire platheid, van mensen die een vegetariër waarschijnlijk het liefst aanduiden als wortelknager. De domme volgzaamheid ook, van het winkelend publiek, de consument, die wel wat anders aan het hoofd heeft dan zich hier druk over maken. Straks kopen we allemaal braaf vegan sla en vegan worteltjes en vegan boontjes. Allemaal kek in plastic verpakt en drie keer zo duur. En dan denken we ook nog oprecht dat we iets goeds doen voor de wereld. Het is om gek van te worden. Of murw. Dat kan ook.

maandag 12 december 2022

Varken






We wandelen een rondje over Wieringen, hoog boven in Noord-Holland, ver weg van de Randstad. Landelijk gebied. Uiteraard worden we al wandelend her en der ook geconfronteerd met de agrarische onvrede die de laatste maanden als een kwalijke damp over het land hangt. Omgekeerde vlaggen, nostalgische valse boerenzakdoekenromantiek, armzalig getypografeerde spandoeken en borden, nauwelijks leesbaar, met een eenzijdige kijk op bedenkelijk rijm.. Ach, het zal allemaal wel, probeer ik de irritatie meestal maar buiten de deur te houden, want wat heb je eraan.
Als een soort van tegenhanger komen we ook een varken tegen. Een varken in de buitenlucht. In een zelfgecreëerde modderpoel waarin het rond kan lopen, waarin het gezelschap heeft van een drietal andere varkens, die zich nu even hebben teruggetrokken, in een vrij toegankelijk schuurtje.
Bedenk u eens hoe lang het geleden is dat dat een normaal beeld was, een varken in de buitenlucht, met bewegingsvrijheid, met de poten in de modder, op een boerenbedrijf. Heeft u dat nog meegemaakt? Hoe lang is het geleden dat u überhaupt een varken heeft gezien?
Ik zal niet beweren dat dit varken hier een geweldig leven staat te hebben. Het staat zich nog steeds tussen hekken opgesloten te pletter te vervelen op een nou ook weer niet supergroot modderveldje. En het wordt straks natuurlijk evengoed onder stressvolle omstandigheden geslacht - hoe zou dat ook anders kunnen dan onder stressvolle omstandigheden - om als bio-scharrelvlees verkocht te worden. Maar het staat nu in elk geval in de buitenlucht. Het kan de wolken zien, en de zon. De wind en de regen voelen, de vogels horen. Het kan de kont keren en de neus in de modder steken. Het zou zich kunnen inbeelden een levend wezen te zijn.
En dan speelt toch de irritatie weer op. Het is in en in verdrietig makend dat we daar hier nu een beetje blij om moeten staan te zijn. Om dit ene varken. In niet eens bijzonder optimale omstandigheden.
Is het niet eens tijd om ons de vraag te stellen, variërend op een andere hoogoplopende discussie, of Nederland niet te klein is voor twaalf miljoen varkens. Vier miljoen koeien. Honderd miljoen kippen. In plaats van al die obstinate vlaggen overal. Denk er eens over na, zou ik zeggen.

Dit bericht is in een iets andere vorm eerder gepubliceerd in een wandelverslag, op De vrije wandeling, weblog van een wandelaar