Je ziet veel waar je maar weinig van weet, wandelend langs berm en beemd. Zeker als je ogen en oren de kost geeft. Er groeit en bloeit van alles. Er wordt gezongen, gefloten, geroepen, getjilpt en getjirpt en wat al niet. Er vliegt en kruipt en fladdert allerlei voor je uit en om je heen en voor je weg. En maar hoogst zelden weet je waar je mee van doen hebt. Wát je nou zo mooi vindt. Ik doe mijn best daar verandering in te brengen. Zie ik iets, hoor ik iets of vraag ik me iets af dan zoek ik het op. Leve de mobiele telefoon en het immer toegankelijk internet. En zo leer ik nog eens wat, al is dat meestal niet voor lang want ik vind het nog een hele klus om alles goed te onthouden. Het precieze verschil tussen kleine, middelste en grote bonte specht bijvoorbeeld heb ik wel geweten, maar als ik er nu één in de boom zag zitten zou ik toch weer vreselijk gaan twijfelen. Herten en reeën, ook zoiets. Sprinkhanen en krekels. Laat staan al die vreselijk op elkaar lijkende vogeltjes. Het is een hopeloze missie maar ik geef niet op en blijf onverminderd geïnteresseerd, al ontdek ik iets voor de zevende keer.
Tja. Nou ja. Wordt het daar minder van? Mij maakt het niet uit. Ik blijf het gewoon bijzonder vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten