Pagina's

vrijdag 18 januari 2019

Passer Domesticus






Omdat mijn afspraak voor de ochtend verstek liet gaan, hield ik vanochtend zomaar een lege ochtend in mijn handen. En dat kwam goed uit want ik had zelf ook al niet zoveel zin in mijn afspraak voor de ochtend, dus ik was blij dat er werd afgemeld. Sterker nog, omdat het zeker niet de eerste keer was dat het zo liep had ik er heimelijk al een beetje op gehoopt. Gerekend misschien zelfs wel. Ik ken mijn pappenheimers.
In elk geval, zo had ik opeens mooi tijd voor een ochtendwandeling en dat kwam ook weer goed uit want het was werkelijk schitterend weer. Er lag een dun laagje ijs over de sloten en de plassen en een zonnetje met lentekwaliteiten liet daar geheel belangeloos haar licht over schijnen. Het kon bijna niet beter. Ach, het was eigenlijk perfect. Ik was warempel gelukkig, zoals ik daar liep, jazeker.
En dat gevoel werd nog eens verder aangewakkerd toen ik langs een manshoge braamstruik liep die bomvol lustig kwetterende musjes zat. Want zo gaat dat met gelukkig zijn, als je het eenmaal bent worden de kleinste, simpelste dingen plotseling wonderen van schoonheid en lijkt het kinderlijk eenvoudig het voor de rest van je leven gewoon maar te blijven. Dat het zo niet werkt gaat genadiglijk aan je voorbij.
De braamstruik was er nog niet voldoende van overtuigd dat zijn tijd voorbij was en zat nog behoorlijk in het weliswaar zwart wordende blad, zodat ik vreemd genoeg geen enkel musje zag. Ze waren alleen te horen. Wat het eigenlijk nog bijzonderder maakte. Want daar stond ik dus, te luisteren naar iets dat vlakbij was, onder handbereik, maar dat ik niet kon zien. Ik stond aandachtig te luisteren naar een kwetterende, tsjielpende struik. Het zal een merkwaardig gezicht zijn geweest, maar wat een heerlijk en vrolijk makend geluid. In mijn oren althans, want misschien zaten de musjes elkaar de huid wel vol te schelden. Zaten ze trillend van woede en blinde haat en met overslaande stemmen de bitterste verwijten en verwensingen door elkaar heen te schreeuwen. Werden er de donkerste bedreigingen geuit. Ik wist het niet, want ik verstond er niks van. Maar ik kon het me eigenlijk niet voorstellen, dat musjes zich daartoe verlaagden. Ze hadden misschien heus wel eens onenigheid, of een verschil van inzicht, maar dat werd dan op een beschaafde manier in der minne geschikt. Zo deden musjes dat namelijk.
En opeens was het afgelopen. Als op een afgesproken signaal waren ze uitgepraat, was het stil.
Ik bedankte de musjes hartelijk, en vervolgde tevreden mijn wandeling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten