Pagina's
donderdag 9 februari 2023
Ik heb niet eens begonia's
Het kan zijn dat ik oud begin te worden. Of dat ik de verkeerde televisieprogramma’s kijk, de verkeerde krant lees, de verkeerde boeken. Met de verkeerde mensen omga, in de verkeerde bubbel. Maar het gebeurt me steeds vaker. En het wordt ook steeds erger. Vandaag zag en hoorde ik een vrachtwagen de straat inrijden. Nou is het niet zo dat ik hele dagen achter de begonia’s argwanend het leven op straat in de gaten zit te houden, zeker niet, ik sta nog volop in het leven en ik heb niet eens begonia’s, maar nu stond ik toevallig als deugdzaam huisvader de was te vouwen en had daarbij uitzicht op straat. Het is een klein, al jaren doodlopend straatje zonder bedrijvigheid, afgezien van de school aan de overkant.. een vrachtwagen is een gebeurtenis.
Voor onze deur stopte hij, ook nog. En voor de deur van de buren want het was een grote vrachtwagen. Hij piepte bij het achteruitrijden, hij zuchtte bij het uitschakelen. Op de zijkant stond Plieger, in witte kapitalen. Een jonge man met een grijs baseballpetje sprong lenig uit de cabine, keek om zich heen waar hij moest zijn en liep naar de achterkant van zijn wagen om er de deuren open te zwaaien, waarna hij uit het zicht verdween.
Een nieuwe badkamer, vermoedde ik. Eén van de buren heeft een nieuwe badkamer besteld. Er zijn wat wisselingen geweest de afgelopen tijd, dus dat zou zo maar kunnen. Zelf hebben we trouwens ook net iemand over de vloer gehad om na vijftien jaar eens te praten over vervanging van de jaren zeventig badkamer die we van de vorige eigenaar hebben overgenomen, maar dat is een ander verhaal, waarvan ik niet weet of ik dat wil vertellen.
Het zou ook kunnen dat de vrachtwagen voor de school aan de overkant kwam. Daar waren sinds enige tijd Oekraïense oorlogsvluchtelingen in gehuisvest, misschien dat daar iets aan het sanitair moest gebeuren. Al leek het me niet waarschijnlijk dat daar dan een vrachtwagen van Plieger voor voor kwam rijden.
Dat bleek ook niet het geval. Inmiddels was de jonge man met het grijze petje weer tevoorschijn gekomen, vanachter zijn vrachtwagen, met onder zijn arm een spiegel. Het was een langwerpige spiegel van naar schatting 30 bij 120 cm. Een spiegel zonder lijst. Een doodgewone spiegel, zou je kunnen zeggen, al lag het er misschien aan wie er in keek. Verpakt in plastic met witte kartonnetjes om de hoeken. Met veerkrachtige tred leverde de jonge man zijn pakketje af bij het buuradres, sprong weer in zijn cabine, handelde de administratie af op zijn telefoon en vertrok.
Ik zag het allemaal gebeuren, als de normaalste zaak van de wereld, en wist het weer eens zeker. Het komt echt nooit meer goed.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten