Pagina's
maandag 9 augustus 2021
Slangenarend
In het plaatselijk ochtendblad op ons vakantieadres las ik het bericht dat in de omgeving de slangenarend is gesignaleerd. Ik had nog niet eerder van de slangenarend gehoord. Ik ben oprecht geïnteresseerd in alles wat met vogels en dieren en planten te maken heeft, de natuur, maar zal altijd hopeloos onwetend blijven. Ik las verder dat het een bijzondere verschijning was in ons land. En nu dus in de buurt. Op de Strabrechtse heide. Nu las ik ook dat daar, zoals dat gaat, onmiddellijk hele kuddes vogelaars en aanverwanten op af waren gekomen, met verrekijkers en camera’s en telelenzen, om het beest meteen weer te verjagen, dus hoewel ik een wandeling over de Strabrechtse heide in mijn verzameling klaar heb liggen, besloot ik er weg te blijven. Als het even kan mijd ik de kudde, wat voor kudde het ook is. Mijn voorgenomen wandeling van de dag voert langs de Stratumse heide en de Gijzenrooische Zegge en dat blijft zo.
Wanneer ik zo een eind op streek ben en trek begin te krijgen strijk ik neer op een bankje. Het is een half gesloopt bankje en er ligt een hele rol Fruitella aan bonte snoeppapiertjes omheen maar beter dan dat krijg ik het nou eenmaal even niet. Het blijft verbazend hoeveel rotzooi mensen, die dan toch ook door de natuur en het landschap wandelen, overal achterlaten. Het is verschrikkelijk. Verdrietigmakend.
Als mijn ergernis wat is gezakt hoor ik achter mij een roofvogelachtig geluid en wanneer ik het nogmaals hoor dringt het langzaam tot me door dat het niet het geluid van een buizerd is. Zo onwetend als ik ben, het geluid van een buizerd, een wat klaaglijk miauwen, behoort inmiddels wel tot het basispakket. Wat ik nu hoor is duidelijk anders. Een tikkeltje opgewonden sta ik op van mijn bankje en loop naar het open veld dat vlak achter mij ligt en verdomd, daar zie ik meteen de roofvogel heen en weer kruisen die verantwoordelijk is voor dit geluid. Ik zie het, ik hoor het. Ik probeer wat foto’s te maken, wat nog niet meevalt met mijn eenvoudige camera, om thuis eventueel te determineren wat ik nu weer gezien heb, maar in mijn achterhoofd heeft zich allang het avontuurlijk idee gevormd dat dit weleens de beroemde slangenarend zou kunnen zijn. De Strabrechtse heide is hier ook weer niet zó ver vandaan.
Als de vogel even achter de bomen is verdwenen pak ik mijn telefoon erbij en zoek de slangenarend op het web. Als eerste speel ik een geluidsfragment af dat precies klopt met wat ik net gehoord heb. Dan lees ik over gedrag dat precies klopt met wat ik juist gezien heb. Ik word overvallen door een nergens op gebaseerde opgetogen trots. Ik heb een slangenarend gehoord, gezien én herkend. Dé slangenarend. En er is hier niemand, alleen ik, stuiterend op mijn gesloopte bankje.
Toch heb ik sterk de behoefte mijn geluk te delen.
Een mevrouw komt de hoek om wandelen. Het is een mevrouw met een witte kuitbroek en een tijgerprint bloesje maar het maakt me niet uit.
Of ze lekker aan de wandel is, gooi ik er als inleidend lokkertje in.
De mevrouw trekt haar oortjes eruit en vraagt: wablief?
Nee.. ik zal mijn geluk helemaal zelf op moeten kunnen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten