Pagina's

maandag 14 oktober 2019

Wie, wie, wie?






Om even uit te rusten, iets te eten en van het zonnetje te genieten streek ik neer op de eerste de beste picknicktafel die ik tegenkwam, zo halverwege mijn wandeling. Ik zag hem al van verre staan. Het was zo’n typische, robuuste picknicktafel van balken en bouten en moeren, met bankjes aan weerszijden waar je eerst ongemakkelijk overheen moet klimmen om er op aan tafel te kunnen zitten, en waar je met minimaal drie echtparen aan terecht kunt, met je thermosflessen en je tupperware broodtrommeltjes. Ze staan door het hele land, in bossen en duinen, op heide en parkeerplaatsen langs de snelweg. En hier stond er ook één, in de polder, speciaal voor mij.
Het tafelblad was niet standaard trouwens. Normaal zijn dat zeven of acht brede balken met steeds een centimeter tussenruimte, waar je je opgefrommelde boterhamzakjes en snoepwikkels handig zolang even tussen kunt stoppen, om te voorkomen dat ze wegwaaien; bij deze picknicktafel was het blad uit één stuk en had het een tweede functie als kleurig informatiebord. Met ditjes en datjes over de omgeving en getekende plaatjes van de verschillende weidevogels die hier met meer geluk te zien kunnen zijn.
Met brede viltstiften en een mespunt hier en daar was er in de loop der tijd nog het nodige aan deze lezenswaardigheden toegevoegd, we leven in een beschaafd land tenslotte, het vrije woord, u begrijpt. De meeste van deze uitingen kan ik hier met een gerust hart onbesproken laten maar één regel trok toch mijn aandacht. Op de hoek van de tafel stond in een goed leesbaar handschrift geschreven: Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan?
Voor wie het niet weet: dat is de titel van een nogal flauw en wat rommelig lied dat werd geschreven door Jacques van Tol en in 1937 voor het eerst op de plaat werd gezet door Lou Bandy, die ook de muziek schreef. Boze tongen beweren dat Ringo Starr zijn oor hier later nog te luisteren heeft gelegd bij het componeren van Yellow Submarine. Maar goed, er zijn ook mensen die beweren dat de aarde plat is. Yellow Submarine werd in 1966 dan trouwens weer van een Nederlandse tekst voorzien door Wim Kan, Jelle zal wel zien werd dat, waarna onder andere Johnny Hoes er in 1967 een hit mee scoorde. Dus mocht het waar zijn, van Ringo, dan is er wel erg zoete wraak genomen.
Jacques van Tol dus, die in de oorlog voor de Duitsers heeft gewerkt en daarna, op z’n Hollandsch, alleen nog onder valse naam als populair tekstschrijver werd gedoogd. Vader bovendien van Hans van Tol Tol Hansse, in 1977 bekend geworden met het lied Big City. Een appel die qua schrijfstijl dus in elk geval niet heel ver van de boom is gevallen, en ook alweer jaren dood.
Lou Bandy was in de dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw een buitengewoon populair revue-artiest, werkte in zijn nadagen nog mee aan het radioprogramma De Bonte Dinsdagavondtrein en vierde successen met onder meer Louise zit niet op je nagels te bijten en Zoek de zon op, liedjes die waarschijnlijk alleen bij het alleroubolligste programma van Omroep Max nog ergens een vaag belletje doen rinkelen.
Ik bedoel maar.. wat is hier gebeurd? Wat moeten we hier van denken? Is hier een krasse negentigjarige op pad gegaan, met een viltstift, opgejut in een programma van Omroep Max wellicht, om de jeugd van tegenwoordig nog eens wat echte, Hollandsche cultuur bij te brengen? Met een écht liedje, in plaats van al dat onverstaanbare rare praten? Of heeft de Jeugd van Tegenwoordig deze vooroorlogsche klassieker soms gecovered, in een nieuw jasje gestoken, in een programma van Ali B? En is het, zonder dat ik er weet van heb, inmiddels opnieuw razend populair.. Het kan allebei, het zijn verwarrende tijden tenslotte, maar dat laatste hoop ik eigenlijk het meest van niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten