Pagina's

zaterdag 16 maart 2024

Sleedoorn, sporkehout en zwarte els


Je kon gratis bomen op komen halen. Een groen initiatief dat meerbomen.nu heette en zich niet per se tot onze gemeente beperkte maar waar de gemeente wel zo’n beetje bij betrokken was, geloof ik. De bomen en struiken die werden uitgedeeld waren namelijk, zo luidde de disclaimer, afkomstig uit gemeentelijke bermen, perken en plantsoenen, waar ze kennelijk in de weg hadden gestaan of te talrijk waren geworden. Het ging om nog heel jonge boompjes die langs deze sympathieke weg van de shredder werden gered en een tweede kans kregen in particuliere tuinen.
Aanvankelijk ging het er nogal officieel aan toe. Je kon je online aanmelden en als je je doopceel had gelicht en had aangegeven hoeveel boompjes je mee dacht te nemen en waar je ze dacht te gaan zetten, kreeg je een QR code waarmee je verzocht werd je binnen een bepaald tijdslot bij de zogenoemde bomenhub te melden. Het kwam beslist nog bekend voor allemaal. En het kwam beslist ook bij me op het maar aan me voorbij te laten gaan allemaal, als het zo moest. Maar ik had mijn zinnen gezet op de sleedoorn, het sporkehout en de zwarte els, die ik op de site tussen de aanbiedingen had zien staan, ik vond het dan ook wel weer een sympathiek initiatief, een stuk minder bewerkelijk ook dan mijn normale methode van strooiselroof en tot mislukken gedoemde zaadwinning, dus ik lichtte braaf mijn doopceel en meldde mij aan voor het bescheiden aantal van drie boompjes. Ik hoopte op sleedoorn, sporkehout en zwarte els, maar daar vroeg het systeem niet naar en daar deed het ook geen uitspraken over.
Er stond al een flink rijtje gratisbomenliefhebbers zag ik, toen ik aan kwam fietsen bij aanvang van mijn tijdslot. Mijn eerste neiging bij het zien van een wachtende rij is vluchten, rechtsomkeert maken, maakt niet uit waar het voor is, al was het gratis bier. Ook nu was dat de aanvechting. Dan maar niet. Rot op. Maar goed. Het was mooi weer, voor het eerst in vele lange maanden van grijze regenval, ik dacht aan mijn sleedoorn, mijn sporkehout en mijn zwarte els en zette even mild als dapper door. Waarna de zelfverbouwde rapen niet zo gaar werden gegeten als voorzien.
Ik werd gekoppeld aan een gemoedelijke dame die me langs alle mogelijkheden leidde die ze stuk voor stuk met evenveel aanstekelijk enthousiasme aanprees. Ik sputterde tegen dat ik me voor drie boompjes had ingeschreven en dat ik dus niet onbescheiden wilde zijn, hoewel ik ook wel had gezien dat er aanhangers vol werden afgevoerd, maar dat vond de vriendelijke dame helemaal niet nodig. Er was ontzettend veel en ik mocht nemen wat ik wilde. Wat bijvoorbeeld te denken van deze aalbes, deze zwarte bes, deze vlier, deze krulwilg? Een Gelderse roos, een framboos, een braam? Esdoorn, lijsterbes, kastanje?
Ik ging me bijna schuldig voelen met mijn karige drie boompjes. Dat ik bij het meeste moest toegeven dat ik dat al had of niet wilde. Dat mijn tuintje nou ook weer niet zó groot was, al had ik inmiddels wel half en half besloten dat ik mijn geluk misschien beter met struiken en bomen kon gaan beproeven dan met sla, tomaten en radijsjes. Knolrapen, lof, schorseneren en prei. Dat dat toch allemaal niet lukte en ik met bomen en struiken waarschijnlijk meer plezier zou oogsten dan met tot de bodem afgekloven rijtjes pril opkomend moestuingroen.
Enfin. Uiteindelijk verliet ik de bomenhub met een flinke bos gemengd hout onder mijn arm, zo blij als een kind.
Eenmaal op de volkstuin wist ik mijn geliefde sleedoorn nog wel te onderscheiden, vanwege de vervaarlijke doornen. Het felbegeerde sporkehout en de diepgewenste zwarte els zal ik pas weten te staan wanneer er blad aan komt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten