Pagina's

vrijdag 15 april 2022

Een zorgvuldig geel gebeitst plaatje





Mijn oudste zoon heeft aangekondigd dat hij zich twee parkietjes gaat aanschaffen. Hij heeft zich er grondig in verdiept en weet precies te vertellen hoe en wat er moet gebeuren. Ieder mogelijk probleem wordt verbaal getackled, ieder eventueel bezwaar blijmoedig weggeredeneerd. En dat papa het dan misschien wel leuk vindt om samen met hem een kooi te bouwen, had hij vanavond aan tafel zo gedacht.
En dat klopt, ik vind dat inderdaad bijzonder leuk, om samen met mijn jongens iets te maken. Ik denk bijvoorbeeld onmiddellijk terug aan het kippenhok waar we vele uren met zijn tweetjes aan hebben staan timmeren en zagen, een paar jaar geleden alweer. Dat de kippen daarna geen doorslaand succes waren heeft de lol van het samen een hok bouwen nooit bedorven. De foto’s die facebook mij ieder jaar als herinnering voortovert stemmen mij elke keer weer vrolijk. Dus als hij nu met zijn vader een volière wil bouwen, ben ik zijn man. En zijn vader.
Een andere, veel oudere herinnering die meteen boven komt drijven is die aan mijn eigen volière. En mijn eigen vader. Hoe oud zal ik geweest zijn? Dertien, veertien misschien. Of vijftien.. ergens in die tijd in elk geval had ik ook het plan opgevat vogeltjes te gaan houden en wilde daar een volière voor bouwen. Ik zou dat, had ik bedacht, helemaal zelf gaan doen, en had bovendien besloten dat dat in het geheim moest gebeuren. Het idee dáárvan was het gezin, maar waarschijnlijk vooral mijn vader, te verrassen, te overrompelen met het resultaat. De lat lag hoog. Ons gezin verkeerde in die dagen al in een beginnende staat van desintegratie maar ik dacht toen nog dat dat misschien te keren viel, als ik mijn best maar deed.
Ik had een bouwplan gemaakt, ik had gemeten, gerekend en getekend en van mijn zakgeld kocht ik alles dat ik nodig dacht te hebben. Latjes, spijkertjes, plaatjes hardboard. Een rolletje gaas, glasplaatjes, schuurpapier. Ik verstopte alles in mijn kamer, in een kast die ik angstvallig op slot hield en in de stille uurtjes werkte ik aan mijn projekt. Hoe lang ik er over gedaan heb weet ik eerlijk gezegd niet meer maar in het eindresultaat toonde zich reeds de pietluttige perfectionist die mij later nog op vele gebieden dwars zou zitten. Het was een plaatje, mijn kooi. Een zorgvuldig geel gebeitst plaatje. Strak in het gaas, met een soepel op en neer schuivend voorpaneel, een schuiflade met van dat witte zand, glasplaatjes tegen het opstuivend stof, uitneembaar om het makkelijk schoon te kunnen maken, een leuke stok uit het bos om op te zitten, een badje, een voedersilo.. alleen de vogeltjes ontbraken nog. Ik was enorm trots op mijzelf, op het resultaat. En dat ik dit blijkbaar kon. Ook toen al een ongemakkelijke emotie.
Vol verwachting riep ik op de grote dag van de onthulling het gezin bijeen in mijn kamer. Daar stonden we, met z’n vijven. Ik was er klaar voor. Mijn vader was in zijn gebruikelijke humeur, zwijgzaam, onwillig, wrokkig, maar dat zou zo wel veranderen, dacht ik. Ja, dat wist ik wel bijna zeker. Ach ja..
‘Als je nou gezegd had dat je een kooi wilde maken, dan had ik je kunnen helpen, dan was het misschien nog wat geworden’, was zijn enig commentaar. Ik hoor het hem nog zeggen.
Mijn moeder stond er als altijd verkrampt en handenwringend bij, ik zie haar nog staan, en probeerde op gemaakt opgewekte toon nog wat te redderen door te zeggen dat ze het tóch knap vond, want zó handig was ik per slot van rekening niet.
Tja. Zo ging dat.
En nu we het vandaag aan tafel dus toch over vogels en volières en vaderlijke hulp hebben lijkt het me aardig dit verhaal maar weer eens uit de oude doos te halen. Mijn zoons hebben het blijkbaar nog nooit gehoord en moeten er smakelijk om lachen. Dat doet me plezier en ik lach vrolijk met ze mee. Maar het is om te janken natuurlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten