Pagina's

maandag 4 april 2022

De eerstvolgende






Na een kort en efficiënt dagelijks rondje langs de schappen van de supermarkt kom ik bij een vrije kassa, met m’n karretje. Ongeveer tegelijk met twee andere karretjes. Omdat ik nou eenmaal van goede wil ben houd ik wat in, laat de concurrentie voor gaan en sluit achteraan aan in de korte rij die nu is ontstaan. Achter mij sluit even later nog iemand aan en hierdoor krijgt de rij de lengte waarbij in de meeste supermarkten een extra kassa wordt geopend. Zo ook hier, zo ook vandaag. Vanuit het niets verschijnt een nieuwe medewerker die de eerstvolgende op luide toon uitnodigt naar kassa acht te komen.
Normaalgesproken reageer ik niet op dergelijke oproepen omdat die niet zelden leiden tot situaties waar ik voor geen prijs in terecht wil komen. Het begrip ‘eerstvolgende’ blijkt vaak voor zeer ruime uitleg vatbaar waardoor er een verbeten wedstrijdje ontstaat wie er dan als eerste zijn boodschapjes op de nieuw geopende band mag leggen, en als man van goede wil sta je dan over het algemeen toch gewoon weer achteraan, al is het in een andere rij. En mensen, het gaat om minuten. Er razen pandemieën, hongersnoden en oorlogen over de wereld. Alsjeblieft zeg. Met je karretjes vol dagelijkse luxe..
Maar hier en nu kijkt de medewerker mij en ook mijn achterbuurvrouw nogal direct aan. Ik voel me aangesproken. Blijkbaar zijn wij de eerstvolgenden. Ik wissel voor de zekerheid nog een korte blik met mijn achterbuurvrouw, maar die is het ermee eens en ik maak al het eerste begin van een draai naar rechts, met mijn karretje, als de spreekwoordelijke derde partij aan komt wandelen. Een kekke bejaarde met een goeie kop grijs haar, een wuft, rood sjaaltje om zijn hals en zo’n vlot, gewatteerd jasje aan, die met joviale tred zijn kans schoon ziet, bij kassa acht. Ik draai meteen weer terug in mijn rij, voor zover ik er al uit was, want dit is dus precies de situatie waar ik voor geen prijs in terecht wil komen.
Zo makkelijk kom ik er echter niet vanaf, besluit de medewerker. Dat de mensen in de rij er al langer stonden, corrigeert zij de joviale meneer, en dat die dus eerst mogen. Weer valt haar blik op mij. De joviale meneer deinst terug en ik voel mij nu min of meer verplicht me bij kassa acht te vervoegen. Het zou onbeleefd zijn dat niet te doen. Wie weet hoeveel moeite het de medewerker heeft gekost voldoende moed en assertiviteit bij elkaar te schrapen om het hier voor mij op te nemen. Ik ken dat. Ik begrijp dat. Het is de assertiviteit waar ik zelf meestal voor pas.
Gehoorzaam verhuis ik van kassa en leg mijn boodschappen klaar op de band. De joviale meneer sluit achteraan aan in de rij.
Wat ben je streng, roept hij olijk naar de medewerker, die hij blijkbaar kent want hij noemt haar bij de voornaam.
Dat ze het eerlijk wil doen, bitst de medewerker vanachter de kassa, terwijl ze mijn boodschappen scant, omdat ze géén zin heeft in de discussie die ze anders krijgt. Met weer een korte blik op mij. Waardoor ik mij alsnog een vervelende zeikerd weet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten