Pagina's

donderdag 7 maart 2019

Jonas en de walvis






Als we Bergen aan zee inrijden en het strand naderen, en daarmee het beginpunt van onze langeafstandswandeling voor de komende maanden, zien we midden op de rotonde bij het zeeaquarium een beeld staan. Of beter gezegd, we zien het niet staan. We zoeken een parkeerplekje, we vergewissen ons ervan dat dat gratis is deze tijd van het jaar, we gorden onze rugzakken om, trekken de wandelschoenen aan en gaan op zoek naar een geschikte gelegenheid om de dag te openen met een kop koffie.
Zo vergaat het de kunst in de openbare ruimte. Het staat er wel, maar we zien het niet. Niet echt. We geven geld uit aan een museumjaarkaart, of aan entree voor het museum, om daar kennis te nemen van het tentoongestelde, maar de kunst die dagelijks gratis te bezichtigen valt op straten, pleinen en rotondes, daar lopen en rijden we achteloos aan voorbij. Omdat we te druk zijn met iets anders.
Dat is jammer denken wij, het staat er niet voor niets tenslotte, en we besluiten ons leven te beteren. Te beginnen met het beeld op de rotonde bij het zeeaquarium in Bergen aan zee.
Het heet Jonas en de walvis, staat op het bordje in de van kinderhoofdjes gemetselde sokkel, en het is van Nic Jonk (1928 – 1994). Die kennen we wel, die naam. Op onze wandeling langs het Noordhollandpad, vele jaren geleden, passeerden we zijn beeldentuin in Grootschermer. Ook tamelijk achteloos overigens. We denken aan voluptueuze maar tegelijk sierlijke beelden, glimmend zwart, met veel ronde, vaak ook vrouwelijke vormen. Figuratief en toegankelijk. Dat is dit beeld ook. Bij heel slordig en oppervlakkig kijken zou je een soort van boom kunnen zien maar nadere beschouwing levert al snel een menselijke figuur op, in verstrengeling of worsteling met een grote vis. De groep bollen daaronder zal het schuim op de golven van de zee verbeelden.
Jonas en de walvis. Een bekend verhaal, zou je zeggen, maar bij ons is het een beetje een klok en klepel verhaal. Eerlijk gezegd kennen wij het vooral van het oeroud kinderliedje dat onze ouders voor ons zongen: Toen Jonas in de wallevis zat, van je één.. twee.. drie! Daarbij werd je dan aan handen en voeten opgetild in de maat tussen je ouders heen en weer geslingerd. Bij drie werd je losgelaten en plonsde je in het zwembad, of plofte je op bed. Net als bij veel andere kinderliedjes had je geen flauw idee waar het over ging. Kinderen slikken veel voor zoete koek. Het blijkt dus een bijbelverhaal te zijn. Noem ons onwetend zo u wilt, wij wisten het inderdaad niet. Wij zijn niet erg bekend met de bijbel. Dus.
Jonas, of Jona, was een profeet die van God de opdracht kreeg de bevolking van de stad Ninevé, het huidige Mosul in Irak, een ultimatum te stellen. Wanneer zij hun de Heere onwelgevallige manier van leven niet binnen veertig dagen zouden veranderen zou Zijn toorn hen treffen en zou hun stad worden verwoest. Jonas voelde niet zoveel voor deze taak en maakte zich per schip in tegengestelde richting uit de voeten. Dit bleef uiteraard niet onopgemerkt bij zijn opdrachtgever, we hebben het hier wel over God tenslotte, en die achterhaalde hem met een flinke storm, waarin het schip met man en muis dreigde te vergaan. In een schuldbewuste poging in elk geval de bemanning van het schip van de ondergang te redden besloot Jonas overboord te springen en zijn leven in de golven te offeren. Dat was nou ook weer niet helemaal de bedoeling van God, aan een dode profeet had Hij ook niet veel, en zo kwam het dat Jonas door een grote vis werd opgeslokt en aldus van de verdrinkingsdood gered. Drie dagen en drie nachten zat hij daar opgesloten voor hij door de vis weer werd uitgespuugd. Dat zal de herkomst van het één, twee.. drie! ritueel uit het kinderliedje zijn, vermoeden wij. Jonas, tot inkeer gekomen tijdens zijn eenzame opsluiting, meldde zich alsnog met zijn onheilspellende boodschap bij de inwoners van Ninevé, die het reuze goed opnamen en hun levenswandel welwillend aanpasten, waardoor hun stad werd gespaard. Niet helemaal tot in de eeuwigheid trouwens want vanaf halverwege de 19e eeuw werd de stad al als een ruïne uit het woestijnzand opgegraven en nog onlangs werd uit hoofde van weer een andere God het nodige onwelgevallig cultuurgoed kort en klein geslagen door Islamistische Staat. Ondoorgrondelijk, wat u zegt.
Nic Jonk heeft Jonas niet ín de walvis afgebeeld. Zo letterlijk heeft hij het verhaal kennelijk niet willen nemen. In zijn beeld wordt Jonas door de vis over de golven des doods gedragen en zo in veiligheid gebracht. De vis moeten we dan zien als het symbool van Jezus en het christelijk geloof, zoals je dat wel eens achterop auto’s ziet geplakt. Veilig onderweg met Jezus. Ook Jonks Jonas heeft zijn arm vol vertrouwen om de vis, zijn God, geslagen. Zo heeft de kunstenaar gekozen voor de diepere betekenis van het verhaal.
We lezen dat Nic Jonk, naast zijn eigen leefwereld, graag koos voor bijbelse en mythische taferelen en dat hij, zoekend naar de perfecte uitbeelding ervan, vaak meerdere versies van één tafereel maakte. Zo zijn er acht verschillende versies van Jonas en de walvis bekend, die onder meer te zien zijn in de straten van Amsterdam, Eindhoven, Tilburg, Heerlen, Vlaardingen en in het museum Beelden aan zee in Scheveningen.
Het beeld in Bergen aan zee werd geplaatst in 1977. Aanvankelijk stond het dichter bij strand en zee en had het de branding en de golven als gepaste achtergrond, maar toen het na een storm in 1990 gevaarlijk dicht op het randje van de duinen kwam te staan, werd het verplaatst naar waar het nu staat, op de rotonde bij het zeeaquarium.

Eerder gepubliceerd op samenuitenthuis, het weblog over de wandeling langs het Groot Frieslandpad, in de rubriek Kunst onderweg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten