Pagina's

maandag 2 maart 2015

Jongens van Jan de Witt

Het was na een bezoek aan de mondhygiëniste. Ik was blij dat het er weer even op zat, dat ik weer naar huis mocht.. ik had een zonnig humeur. Ook het weer was zonnig en zelfs de trein reed op tijd. Daar stopte hij al bij het perron, met de deuren vlak voor mijn neus. Ik drukte ze open en deed een stapje naar achter, om ruimte te maken voor uitstappende passagiers. Eén van de vele grote ergernissen van het treinreizen is het gemene volk dat zich op het perron voor de deur staat te verdringen om de trein in te stappen en de uitstappende medemens daar het liefst bij onder de voet zou lopen.
Ik hoor daar niet bij. Bij dat gemene volk.
Ik doe stapjes naar achter. Ik houd deuren open, voor dames en heren. Ik bied mijn hulp aan aan met kaartjesautomaten stuntelende ouderen.
Ik zwijg in stiltecoupés.
Ik laat mijn voeten op de grond en neem mijn krant weer mee naar huis. Ik laat voorgaan bij het uitchecken. Ik sta op voor zwangere vrouwen. Ik eet niet in de trein. Ik spreek met twee woorden.
Ik zeg U tegen vreemden.
En nu liet ik me blijkbaar ook al opzij duwen door een jongeman die geen zin had om achter al mijn beleefdheid te gaan staan wachten en ook niet om helemaal om mij heen te lopen en zich dus hardhandig tussen mij en de trein door botste, het treetje op het halletje in. Ik schrok er van.
Tjongejonge, dacht ik.
Nounou, hoorde ik een mevrouw achter mij zeggen.
Tja, zó kan het natuurlijk ook, hoorde ik mezelf toen zeggen, bij het instappen. Het ontsnapte me een beetje.
De jongeman had het ook gehoord en stond meteen in de gevechtshouding.
Of ik soms wat had?
Ik keek in de drank- en drugsdoorlopen ogen van een ongezonde Hollandse jongen. Een lijkbleek en pafferig, zwáár verongelijkt tronie. Had je wat? Een jongen van Jan de Witt nieuwe stijl.
Of ik soms wat had? Met m’n kankerkop. Galmde het door de trein.
Mijn medepassagiers, die dit natuurlijk hoorden, en die het zagen gebeuren terwijl ze zelf instapten, hielden hun pas in. Sommigen draaiden zich om, naar de jongeman. Pas op, wij zijn er ook, leken ze te willen zeggen. Wij zijn in de meerderheid, als beschaafde mensen, en wij accepteren dit gedrag niet.
Je moet je kankerkop houden! Klonk het nogmaals.
De jongeman dacht niet dat hij iets te duchten had van de brave burgerij. De hufters hebben het voor het zeggen tenslotte. Hij hoefde maar te schreeuwen en te dreigen en hij kreeg ruim baan. Zo was het altijd gegaan.
Maar deze groep passagiers had het blijkbaar opeens helemaal gehad, met de hufterij. De jongeman werd stevig beetgepakt door een aantal mensen en met vereende krachten weer terug op het perron  geduwd.
Figuren als jij hoeven we niet in onze trein, riepen ze hem toe. Je gaat maar lopen. En verbouwereerd bleef de jongeman achter op het perron.
Maar zo ging het niet uiteraard.
Mijn medepassagiers, die dit natuurlijk hoorden, en die het zagen gebeuren terwijl ze zelf instapten, maakten zich zwijgend en zo onopvallend mogelijk uit de voeten. Als water gleden  ze om mij en de jongeman heen, veilig hun coupé in. Wij zijn hier niet, leken ze te denken. Wij hebben hier niks mee te maken, wij bemoeien ons er niet mee.
Je moet je kankerkop houden! Klonk het nogmaals.
De jongeman wist zeker dat hij niets te vrezen had van deze grijzende man. Een softe hippie was het, dat zag hij zo. Hij hoefde maar te dreigen en te intimideren en hij droop af. Zo ging het altijd.
Maar ik had het opeens helemaal gehad met die opgefokte, doorgesnoven lomperikken.
Ik hoefde maar één keer uit te halen.
De jongeman had nergens op gerekend. Zonder een kik te geven smakte hij tegen de wand van het halletje en zakte als een dweil in elkaar. Ik pakte hem bij kop en kont en gooide hem terug op het perron.
Je moet je een beetje fatsoenlijk gedragen! Zo moeilijk is dat niet! Riep ik hem door de sluitende deuren nog toe. Volkomen verbouwereerd bleef de jongeman achter op het perron.
Maar nee, zo ging het natuurlijk ook niet.

2 opmerkingen:

  1. Erg toch hè, dat we het alleen in ons hoofd kunnen oplossen, en kunnen afrekenen met hufterig, agressief en onbeschoft gedrag. Erg ook hè, dat we ons omdraaien en ons niet durven te bemoeien.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nu had je mij twee keer zo ver dat ik me ademloos afvroeg of het echt mogelijk was dat.... mensen reageerden en hem buitengooiden...jij hem buitengooide? Wat absoluut je goed recht zou geweest zijn volgens mij.
    Héél mooi geschreven over een treurig gegeven.

    BeantwoordenVerwijderen