Pagina's

maandag 8 december 2014

Vrijdag gehaktdag

Vis, dacht de man in de supermarkt, als antwoord op de eeuwige dagelijkse vraag: wat zullen we vanavond nou weer eens eten? Vis, dat was een goed idee. Dat was lekker makkelijk en makkelijk lekker. Tevreden over deze ingeving ging hij op weg naar de koelvitrines. Het aanbod was niet overweldigend, zag hij al gauw, maar goed, het was de visspeciaalzaak niet, het was de supermarkt, en daar paste het aanbod nou eenmaal achter twee koeldeuren.
Vóór die deuren had zich een dame geposteerd, met breeduit zo’n nieuwerwets winkelmandje op wielen, met zo’n lang, inschuifbaar handvat. Zo’n stewardessenrolkoffer voor de boodschappen. De man vond ze niet handig. Ze waren te groot voor de snelle boodschap waar je nou juist een mandje voor nam, zodat je bij de kassa altijd met veel te veel boodschappen stond voor de tas die je niet bij je had, en je liep ook nog eens de hele tijd te bukken om je koekjes niet te breken en je bananen niet te kneuzen.
Het was een deftige dame, waar hij even op moest wachten tot zij haar keus had gemaakt. Ze had wel een klein hoedje op, maar van een gedekte kleur. Ze was ook te oud en waarschijnlijk veel te deftig om stewardess te zijn, maar ze had er wel het postuur voor gehad, zag de man. Slank en rijzig. Voornáám.
Hij had alle gelegenheid voor dit soort ongebruikelijke en misschien zelfs ongepaste overpeinzingen want de dame nam haar tijd. Met trage, deftige bewegingen opende ze uiteindelijk één van de twee deuren en pakte een voorverpakte forel. Ze bestudeerde de vis en het etiket aandachtig. Een leesbril had ze daar blijkbaar niet bij nodig, maar of stewardessen die wel of niet mochten hebben, wist de man eigenlijk niet. Piloten, meende hij te weten, mochten geen bril. Of dat was vroeger zo. Enfin, het deed er ook niet toe, want de dame wás geen stewardess.
Net toen de man dacht dat ze de vis in haar rolkoffermandje zou leggen, met een deftig kniksje misschien wel, hoopte hij, bedacht de dame zich echter, opende de deur opnieuw en legde de vis terug. Om meteen een andere te pakken. Ook een forel. Zo op het oog, vanaf zijn gepaste afstand, was er geen verschil, maar dat ging de dame nu op haar deftige gemak bestuderen.
Voorzichtig, aarzelend, maakte de man een kleine voorwaartse beweging, richting de koeldeuren, richting de dame, in de hoop dat hij werd opgemerkt, al was het maar vanuit een ooghoek. Dat er een glimlachend stapje opzij werd gedaan, een klein beleefd handgebaar van gaat uw gang, zodat hij ook.. maar de dame had alleen oog voor de forel en zijn etiket. Ze zou geen góede stewardess geweest zijn.
Net toen de man dacht dat ze de vis in haar rolkoffermandje zou leggen, het deftige kniksje hoefde van hem al niet meer eerlijk gezegd, bedacht de dame zich echter opnieuw, opende de deur nogmaals en legde de vis terug. Om toch de eerste forel weer te pakken. De man zag nog steeds het verschil niet. Misschien was de ene iets kleiner of groter, misschien was er verschil in de houdbaarheidsdatum, misschien keek de ander iets prettiger uit de dode ogen, wie zou het zeggen. Het was iets tussen de dame en de vis. In elk geval, dacht de man, opgelucht bijna, had ze nu haar keuze gemaakt en kon hij óók verder met zijn boodschappen.
Toch was het blijkbaar ingewikkelder, want hoewel de man nu toch echt dacht dat ze deze forel in haar nog lege winkelmandje zou leggen, begon de dame de vis en het etiket opnieuw te bestuderen, waarbij ze als enige vooruitgang in de gang van zaken af en toe een vergelijkende blik in de vitrine wierp. Op de andere vis, begreep de man.
Hij had opeens geen trek meer in wat voor vis dan ook.
Hij nam wel gehaktballen.
Daar waren ze thuis óók dol op.

4 opmerkingen: